De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechtbank voor sociale verzekeringszaken, heeft in augustus in een brief aan het UWV gevraagd om een lopende zaak van een ME-patiënt opnieuw te bekijken naar aanleiding van de uitspraken van de CRvB op 17 juli in drie andere zaken. We verwachten dat er meer volgen.

In de drie uitspraken van 17 juli 2025 gaf de CRvB het UWV de opdracht om nieuwe besluiten te nemen over drie ME/CVS-patiënten, onder andere omdat het UWV zonder goede argumenten vond dat zij wel 36 of 40 uur per week kunnen werken.

Er is in ieder geval in lopende hoger beroepszaken van patiënten van Cardiozorg aanleiding voor het UWV om de zaak opnieuw te bekijken, omdat het UWV zelf tegenover de CRvB heeft erkend dat de onderzoeksmethoden van Cardiozorg kunnen helpen bij het vaststellen van de belastbaarheid. Maar eigenlijk zouden alle zaken waarin het UWV heeft gesteld dat de ziekte of de beperkingen ‘niet (medisch) objectief vast te stellen’ waren opnieuw bekeken moeten worden, omdat in de uitspraken naar voren komt dat plausibiliteit en consistentie van de klachten voldoende is om daar bij het vaststellen van de belastbaarheid rekening mee te houden.