Verzekeringsartsen van het UWV moeten rekening houden met het advies van de Gezondheidsraad over ME/CVS: “Voor zover verzekeringsartsen CGT en GET beschouwen als een effectieve therapie en een cliënt daartoe min of meer verplichten dient deze werkwijze te worden verlaten. De Gezondheidsraad geeft duidelijk aan dat CGT en GET bij ME/CVS niet zijn te beschouwen als naar algemeen medische maatstaven adequate behandelingen waartoe patiënten verplicht kunnen worden. De keuze om af te zien van CGT of GET mag derhalve niet leiden tot het oordeel dat de patiënt zijn kans op herstel mist, niet meewerkt aan zijn of haar herstel of verwijtbaar handelt.” Dit stelt de medisch adviseur van het UWV, Herman Kroneman, in een interne beleidsmededeling aan alle verzekeringsartsen (21 maart 2018)*. ME- en CVS-patiënten die niet kiezen voor CGT of GET als behandeling mogen daarvan dus geen nadeel ondervinden bij hun aanspraak op een WIA-, Wajong- of WAO-uitkering.


Eind aan problemen bij afzien van CGT of GET

Met deze mededeling zou een eind moeten komen aan de volgende problemen die de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid tot nu toe regelmatig in de praktijk signaleert:

  • De verzekeringsarts van het UWV houdt niet volledig rekening met de beperkingen die het gevolg zijn van ME of CVS, omdat de patiënt afziet van CGT of GET.
  • De verzekeringsarts van het UWV beschouwt de beperkingen als niet duurzaam, omdat er nog een effectieve behandeling met CGT of GET mogelijk zou zijn. Hierdoor bestaat er geen recht op een IVA-uitkering voor duurzame volledige arbeidsongeschiktheid, of op een Wajong-uitkering op grond van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen.
  • Het UWV beoordeelt de re-integratie-inspanning van de werkgever negatief (bij een deskundigenoordeel of RIV-toets), omdat er een beter resultaat bereikt zou kunnen worden wanneer de werknemer CGT of GET zou volgen.

Ook mogen de UWV-artsen een behandeling met CGT of GET niet meer dwingend voorschrijven als voorwaarde voor toekenning of behoud van een uitkering.

Het UWV heeft bovendien aan de NVVG en het ministerie van SZW geadviseerd om de richtlijn CVS, waarin CGT en GET als enige behandelingen worden aanbevolen, te herzien en daarbij rekening te houden met het advies van de Gezondheidsraad.

 

Rekening houden met ernst beperkingen?

In de praktijk ervaren ME- en CVS-patiënten als grootste knelpunt dat het UWV geen of te weinig rekening houdt met de ernst van hun beperkingen, bijvoorbeeld door er van uit te gaan dat ze een fors aantal uren, of zelfs fulltime, kunnen werken. Of dat probleem met deze beleidsmededeling de wereld uit zal zijn, is zeer de vraag.

De interne mededeling verwijst naar de aanbeveling van de Gezondheidsraad dat medische beoordelaars in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen moeten erkennen dat ME/CVS een ernstige ziekte is die gepaard gaat met substantiële functionele beperkingen. Hier worden echter geen concrete consequenties aan verbonden. Volgens de mededeling herkent het UWV zich niet in de bevinding van de Gezondheidsraad dat verzekeringsartsen regelmatig de beperkingen van patiënten met ME/CVS onderschatten. Hun klachten zouden door het UWV, op dezelfde manier als bij andere aandoeningen, serieus genomen worden. Ervaringen van patiënten, die wekelijks op het spreekuur van de Steungroep gemeld worden, wijzen echter in een andere richting.

 

Geen reden om ervaringen van patiënten te negeren

Het UWV betreurt het dat er geen verzekeringsartsen betrokken zijn bij de totstandkoming van het advies. De organisatie van verzekeringsartsen NVVG is wel uitgenodigd voor een hoorzitting over het eindconcept. Maar de Gezondheidsraad heeft inderdaad geen verzekeringsarts in de adviescommissie benoemd. De Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid vindt de kritiek hierop terecht. Wij hebben, samen met de andere twee patiëntenorganisaties, zowel een bedrijfsarts als een verzekeringsarts bij de Gezondheidsraad voorgedragen voor de adviescommissie. Helaas is dit niet overgenomen. We begrijpen de onvrede met deze buitensluiting heel goed. Het is ons als patiëntenorganisatie ook vaak overkomen dat we niet betrokken werden bij onderzoeken en richtlijnen die wel van groot belang zijn voor onze achterban en waarbij wij unieke kennis en inzichten in hadden kunnen brengen. Maar dit mag geen reden zijn om reële ervaringen van patiënten te negeren en te doen alsof alle verzekeringsartsen van het UWV altijd heel zorgvuldig en rechtvaardig te werk gaan bij de beoordeling van mensen met ME en CVS. “Ik geloof niet in ME” wordt niet vaak meer opgeschreven, maar in de spreekkamer van het UWV wel regelmatig gezegd. Bovendien heeft de Gezondheidsraad zijn bevindingen op dit punt mede gebaseerd op een eigen onderzoek van verzekeringsartsen zelf.

Het UWV zegt ook te willen bijdragen aan meer wetenschappelijk onderzoek. Dat juichen wij toe, en wij gaan er van uit dat wij daar vanaf het begin bij betrokken worden.

Wat nu te doen?

De Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid zal zich de komende tijd beraden over de vraag wat er gedaan kan worden om zo veel mogelijk onrechtvaardige beoordelingen uit het verleden recht te zetten en voor de toekomst te voorkomen. Dat zal niet makkelijk zijn, het ei van Columbus is niet onder handbereik. We zullen hierbij een beroep doen op de kennis en creativiteit in onze achterban en bij een aantal deskundigen. En we hebben al een afspraak met het UWV voor een gesprek over de consequenties van het advies van de Gezondheidsraad.

Voorlopig adviseren wij degenen die te maken krijgen met een beoordeling door het UWV zich daar zeer goed op voor te bereiden, met behulp van de informatie op onze website. Ervaringen met het UWV die wijzen op een beleid dat in strijd is met deze mededeling kunnen bij de Steungroep gemeld worden, evenals positieve ervaringen:
https://www.steungroep.nl/contact-pagina of via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

* Beleidsmededeling UWV: Herman Kroneman, Medisch Adviseur, 21 maart 2018, Advies Gezondheidsraad over ME/CVS en consequenties voor de uitvoering. 


Lees meer over het advies van de Gezondheidsraad