De duidelijk beargumenteerde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over het recht op een IVA-uitkering voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid kan belangrijk zijn voor een grote groep ME-patiënten, met name voor degenen die volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard. Bij de betrokken patiënt, Gert-Jan, ging het om een vervroegde IVA-uitkering, bij de meeste patiënten gaat het om een gewone IVA-uitkering, waarbij de regels voor duurzaamheid iets minder streng zijn.
Herkenbaar
In de uitspraak staat het gebrek aan argumentatie van de kant van het UWV centraal, iets wat voor veel ME/CVS-patiënten herkenbaar is. Maar al te vaak menen UWV-artsen dat mensen met ME/CVS kunnen herstellen of dat hun mogelijkheden om te functioneren kunnen verbeteren door een behandeling, ook wanneer daar helemaal geen zicht op is. Daarom krijgen ze vaak geen IVA-uitkering voor duurzame volledige arbeidsongeschiktheid. Dat betekent jarenlang verplichte gesprekken met het UWV over activering en re-integratie, een uitkering van 70% in plaats van 75% van het laatstverdiende loon en voortdurende angst voor een oproep voor een herkeuring.
Geen behandelmogelijkheden met kans op verbetering
Gert-Jan heeft in zijn procedure goed onderbouwd waarom er in zijn geval geen behandelmogelijkheid met kans op verbetering van zijn belastbaarheid meer was. Hij had onder andere een brief overlegd van revalidatiecentrum het Roessingh, waarin stond dat hij, gezien zijn diagnose en gezondheidstoestand, niet belastbaar genoeg was voor het multidisciplinaire revalidatieprogramma van dat centrum. De CRvB concludeerde dat de UWV-arts dat niet heeft weersproken of weerlegd. De UWV-arts had ook nog gewezen op de websites van het Isala-ziekenhuis en het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV), waarop cognitieve gedragstherapie (CGT) en graded exercise therapie (GET) als behandelingen voor ME/CVS worden aangeboden, maar daarvoor gold volgens de CRvB hetzelfde. Gert-Jan had van dokter Visser van Cardiozorg adviezen gekregen om achteruitgang als gevolg van inspanningsintolerantie (postexertional malaise, PEM) en orthostatische intolerantie te voorkomen. Ook deze waren door de UWV-arts aangevoerd als behandelingen die tot verbetering van het functioneren zouden kunnen leiden. Maar de CRvB begreep dat dit geen op zichzelf staande behandelmogelijkheden waren, maar alleen adviezen om verslechtering tegen te gaan.
Gevolgen voor beoordeling recht op IVA en Wajong
Dankzij de principiële opstelling en het doorzettingsvermogen van Gert-Jan, zijn echtgenote en zijn jurist ligt er nu een duidelijke uitspraak van de CRvB waar veel ME-patiënten iets aan kunnen hebben. De Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid heeft het UWV op deze uitspraak aangesproken en hoopt dat die ertoe leidt dat UWV-artsen geen IVA-uitkering meer zullen tegenhouden voor mensen met ME/CVS die geen reëel uitzicht op verbetering hebben. Hetzelfde geldt voor een Wajong-uitkering waarbij de eis van de duurzaamheid van de beperkingen ook geldt.
Het UWV had al eerder bepaald dat ook ME/CVS-patiënten die na overleg met hun reguliere behandelaar bewust niet kiezen voor een behandeling met CGT en GET wel in aanmerking moeten kunnen komen voor een IVA- of Wajong-uitkering (zie het beleidsstuk van het UWV hierover). Dat geldt dus ook voor multidisciplinaire behandelingen waarvan CGT en GET een belangrijk deel uitmaken*. Daar is zelfs een motie over aangenomen door de Tweede Kamer. Als de UWV-artsen die Gert-Jan hebben beoordeeld zich aan dit UWV-beleid hadden gehouden was deze juridische strijd misschien niet nodig geweest. Ze hadden in ieder geval niet zomaar mogen verwijzen naar de behandelingen van het NKCV en het Isala-ziekenhuis.
Wanneer is arbeidsongeschiktheid duurzaam?
De uitspraak van de CRvB betekent niet dat iedereen met ME/CVS die een WIA/WGA-uitkering heeft op basis van volledige arbeidsongeschiktheid (80-100%) nu meteen en IVA-uitkering kan krijgen. Voor het recht op een IVA-uitkering moet het UWV eerst vaststellen dat de arbeidsongeschiktheid duurzaam is. Daarvoor gelden ingewikkelde regels:
1.
De volledige arbeidsongeschiktheid is duurzaam als verbetering van de belastbaarheid is uitgesloten. Er moet sprake zijn van een stabiel ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden, of van een progressief ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden.
2.
De volledige arbeidsongeschiktheid is ook duurzaam als er geen redelijke tot goede verwachting is dat in het eerste jaar de belastbaarheid zal verbeteren
én
als er ook geen redelijke of goede verwachting is dat na het eerste jaar de belastbaarheid zal verbeteren door een medische behandeling. Daarbij moet de verzekeringsarts goed onderbouwen wat in het individuele geval het mogelijke resultaat van de behandeling zal zijn.
In het geval van Gert-Jan ging het om een aanvraag van een vervroegde IVA-uitkering, dus eerder dan na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte of Ziektewetuitkering. Voor zo’n vervroegde uitkering geldt alleen de eerste voorwaarde, namelijk dat verbetering van de belastbaarheid is uitgesloten. Dat is dus strenger dan bij een gewone (niet vervroegde) IVA-uitkering. De CRvB heeft bepaald dat Gert Jan inderdaad aan deze zeer strenge voorwaarde voldoet. Daarbij lijkt de brief van het revalidatiecentrum een doorslaggevende rol te hebben gespeeld. Dat het UWV de mogelijkheid van een CGT- en GET-behandeling aanvoerde als argument dat Gert-Jan’s arbeidsongeschiktheid niet duurzaam zou zijn is feitelijk in strijd met het UWV-beleid. Maar de CRvB heeft zich daar niet over uitgesproken.
Wat kun je doen bij een eerste WIA- of Wajong keuring?
Als bij je eerste WIA-keuring, of bij je Wajong-keuring al duidelijk is dat je niet kunt werken en geen uitzicht hebt op verbetering van je belastbaarheid kun je dit zo duidelijk mogelijk maken door:
- een overzicht te maken van de behandelingen die je hebt gevolgd, met het resultaat, liefst met een verklaring van de behandelaar dat een positief resultaat beperkt of afwezig was (als dat zo is) ondanks je positieve inzet;
- wanneer je besloten mocht hebben om geen behandeling met CGT en/of GET te doen: aan te geven dat je dit hebt besloten na overleg met je behandelaar, liefst met een verklaring van je behandelaar waarom is afgezien van deze behandeling;
- een verklaring te overleggen van je huisarts of, na intake, van een revalidatiecentrum of ander behandelcentrum, dat je niet belastbaar genoeg bent voor bepaalde behandelingen;
- je behandelaar die een behandeling adviseert of uitprobeert te vragen om in brieven niet in zijn algemeenheid te verklaren dat deze behandeling tot verbetering kan leiden, maar specifieker dat de behandeling misschien kan helpen om verslechtering tegen te gaan of je kwaliteit van leven te verbeteren, en niet verwacht kan worden dat deze tot een grotere belastbaarheid zal leiden.
Zorg ook voor het overige voor een goede voorbereiding van je keuring. Zie: eerste-hulp-bij-her-keuring
Wat kun je doen als je al volledig, maar niet duurzaam, arbeidsongeschikt bent verklaard?
Als je al volledig (80-100%) arbeidsongeschikt bent verklaard, een WGA-uitkering hebt en alsnog in aanmerking wil komen voor een IVA-uitkering kun je een herkeuring aanvragen door het formulier ‘Doorgeven wijzigingen in uw gezondheid als u een WIA-uitkering heeft’ op Mijn UWV in te vullen. Je kunt daar dan invullen dat je gezondheid slechter is geworden of dat duidelijk is geworden dat je beperkingen duurzaam zijn. Zie verder de tips hierboven.
Maar let op! Er is geen garantie dat de UWV-arts zal vinden dat je niet kunt verbeteren en ook niet dat deze arts echt rekening zal houden met al je beperkingen. Het komt zelfs voor dat iemand een herkeuring aanvraagt met het doel om een IVA-uitkering te krijgen, en dat de verzekeringsarts dan minder beperkingen aanneemt dan de vorige keer, met als gevolg een lager arbeidsongeschiktheidspercentage en een lagere uitkering. Bij volledige arbeidsongeschiktheid op arbeidskundige gronden kan een lager arbeidsongeschiktheidspercentage na een herkeuring ook veroorzaakt worden doordat er nieuwe functies, met een hoger loon, aan het CBBS-systeem zijn toegevoegd.
Wat kun je doen als je Wajong-uitkering is afgewezen omdat je gebrek aan arbeidsvermogen niet duurzaam zou zijn?
Het UWV kent je geen Wajong-uitkering toe als je geen arbeidsvermogen hebt, maar dat volgens het UWV wel kunt ontwikkelen. Maar in de wet staat dat als je tien jaar onafgebroken feitelijk geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebt gehad, dan automatisch wordt aangenomen dat dit gebrek aan arbeidsvermogen duurzaam is. (Wajong artikel 1a:1, derde lid). Die tien jaar worden gerekend vanaf je 18de verjaardag of (als je arbeidsongeschiktheid tijdens je studie, of het jaar daarna is begonnen) vanaf de datum dat je arbeidsongeschiktheid is begonnen.
Dit is het gemakkelijkst te bewijzen als je een besluit hebt van het UWV dat je je geen arbeidsvermogen hebt. Maar ook als je niet zo’n besluit hebt omdat je niet eerder Wajong hebt aangevraagd kun je proberen een beroep op dit wetsartikel te doen. Dan zal je wel met sterk bewijs moeten komen. Zie ook: gejojo-met-wajongers
Onderschatting beperkingen blijft groot probleem
De uitspraak van de CRvB is vooral belangrijk voor mensen met ME die volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard, maar geen IVA- of Wajonguitkering krijgen. ME leidt altijd tot forse beperkingen, maar de mate van ernst verschilt. Een deel van de patiënten kan nog wel gedeeltelijk licht, aangepast werk doen, maar een aanzienlijk deel is niet in staat om te werken. Het komt helaas ook regelmatig voor dat mensen met ME die in de praktijk echt niet kunnen werken dat volgens een UWV arts wel 10, 20 of 30 uur per week kunnen, of dat ME-patiënten voor wie 10 uur per week het maximum is, volgens het UWV wel 20, 30 of zelfs 40 uur kunnen werken. Sommige UWV-artsen wekken zelfs de indruk dat zij geen grotere urenbeperking mógen geven.
Ook andere beperkingen (bijvoorbeeld op het gebied van concentratie, geheugen, staan, zitten, gevoeligheid voor prikkels, vervoer) worden vaak onderschat. Ook daarvoor geldt dat UWV-artsen te vaak niet serieus genoeg nemen wat ME-patiënten hen daarover vertellen en zich door vooroordelen in plaats van door kennis laten leiden.
Deze onderschatting van de beperkingen is in bezwaar en beroep nog veel moeilijker aan te vechten dan de kwestie van de behandelmogelijkheden, temeer omdat ook de medisch deskundigen die soms door rechters worden ingeschakeld vaak onvoldoende kennis over en ervaring met ME hebben. We blijven hopen op een uitspraak van de CRvB die ook hierbij helpt. Of, nog veel beter, op verbetering van de keuringspraktijk door het UWV zelf, zodat dit soort slopende procedures niet meer nodig zijn.
Zie ook: 11-mei-2022-uwv-moet-van-centrale-raad-van-beroep-me-patiënt-een-vervroegde-iva-uitkering-geven
* Multidisciplinaire behandeling
UWV-artsen wijzen regelmatig op een zogenaamde ‘multidisciplinaire behandeling’ die zou helpen. Dat lijkt niet meer dan een stoplap, want wat dat zo’n behandeling inhoudt maken zij niet duidelijk. Bij behandelingen die onder de noemer ‘multidisciplinair’ worden aangeboden vormen gedragstherapie (CGT) en fysieke training (GET) vaak de hoofdmoot. Er is geen bewijs dat ME-patiënten door welke multidisciplinaire behandeling dan ook weer of meer kunnen werken. De Gezondheidsraad heeft niet voor niets vastgesteld dat er geen medische behandeling is die ME kan genezen en dat dokters alleen medicijnen kunnen proberen om de klachten iets te verlichten. Wat betreft gedragstherapie (CGT): ME is geen gedragsstoornis. Psychologen kunnen hoogstens helpen om de ziekte te accepteren en er zo goed mogelijk mee te leven. En fysieke training (GET) werkt vaak averechts. Veel patiënten zij daardoor, of door gedragstherapie die gericht is op activering, juist langdurig veel zieker geworden. Dat is ook heel logisch want PEM (Post Exertional Malaise), verergering van de klachten na inspanning, is een belangrijk kenmerk van de ziekte. De UWV-artsen die met dit soort adviezen komen weten dus niet waarover ze het hebben. Daarbij worden ze misleid door de centra die nog altijd dit soort behandelingen voor ME blijven aanbieden.